Milton Osborne – Exploring South-East Asia: A Travellers’ History of the Region Ideaal boek als je snel een overzicht wil krijgen van de geschiedenis van ZO-Azië. Betoogt dat ZO-Azië meer is dan een geografische aanduiding, en dat deze regio meer is dan de achtertuin van China en India.
Paul Theroux – Kowloon Tong Goede satire over Hong Kong vlak voor de handover in 1997. Zakenman van Britse afkomst ziet hoe zijn leven langzaam maar zeker wordt overgenomen door de Chinezen.
Jung Chang – Wild Swans Drie generaties vrouwen (de auteur, haar moeder en haar grootmoeder) in het China van de twintigste eeuw. Geen boek dat je op een avond uitleest, wel zeer de moeite waard. Interessant en schokkend.
Giles Milton – Nathaniel’s Nutmeg Een populair populair-historisch boek over de ontdekkingsreizen naar de Oost, en de rivaliteit tussen de Europese grootmachten, met name de Hollanders en de Engelsen. Veel sappige anekdotes, over incompetente expeditieleiders en over een paus die met één pennestreep de wereld opdeelde in Spaans en Portugees territorium. Ook veel gruwelijke verhalen over martelingen en executies. De titel slaat op een episode aan het eind van het boek. Nathaniel Courthope was een Engelse admiraal die het eilandje Run, zeer gewild vanwege de nootmuskaat (nutmeg), jarenlang verdedigde tegen aanvallen van de Hollanders. Door zijn standvastigheid hebben de Engelsen Run uiteindelijk kunnen ruilen tegen Manhattan, met de bekende gevolgen van dien. (Volgens mij is in Nederland bekender dat wij Suriname aan deze ruil hadden overgehouden, maar Run was kennelijk ook een onderdeel van de deal.)
Denise Chong – The girl in the picture Over de beroemde foto van het meisje (Kim Phuc) dat na een napalmaanval naakt over straat rent, en over haar leven na de foto. Door de golf aan publiciteit die de foto veroorzaakte, genoot zij enerzijds privileges uit het Westen (zoals een medische behandeling), anderzijds werd ze door Hanoi schaamteloos misbruikt voor propagandadoeleinden. Uiteindelijk kreeg ze toestemming om in Cuba te gaan studeren, en is ze van daaruit gevlucht naar Canada.
Graham Greene – The Quiet American Vietnam tegen het einde van de Franse oorlog. Een cynische Britse journalist en een naieve Amerikaan vechten om dezelfde vrouw. Boek is een paar jaar geleden verfilmd.
Robert S. McNamara – In Retrospect: The Tragedy and Lessons of Vietnam Zelf-kritische analyse van de Amerikaanse besluitvorming tijdens de Vietnam oorlog, door een van de hoofdrolspelers – McNamara was defensieminister onder Kennedy en Johnson. Boeiend. Een van de hoofdpunten van kritiek is dat de motivatie voor de Amerikaanse bemoeienis in Vietnam, de dreiging van een communistisch “domino-effect” in ZO-Azië, nooit serieus onderzocht is. De auteur spreekt de hoop uit dat mensen een wijze les trekken uit deze tragedie. Vooralsnog een beetje ijdele hoop, lijkt me.
R. Lacour-Gayet – A Concise History of Australia De Australiërs lijken een collectief minderwaardigheidscomplex te hebben over een (vermeend) gebrek aan historisch erfgoed. Jaloers kijken ze naar al onze eeuwenoude Europese steden en gebouwen. Het gevolg is dat in elk dorp wel een roestig mijnwerktuig staat opgesteld, of dat een stoffige huiskamer tot museum is gebombardeerd. Dit boek – of elk ander goed geschiedenisboek, ik vond deze toevallig in een stapel oude boeken – laat zien dat de Aussies zich aanstellen. Wat is er nou interessanter dan een samenleving opgebouwd uit een zootje gevangenen op een vrijwel leeg en onvruchtbaar continent? De Aboriginals komen er bekaaid vanaf, dat wel – in dit boek en in de geschiedenis.
Warren Fellows – The Damage Done: Twelve Years of Hell in a Bangkok Prison Verheug je je op een vakantie in Thailand? Lees dan niet dit boek; je mocht je eens bedenken. Droom je ervan drugs uit Thailand te smokkelen? Lees dan wel dit boek. Je mocht je eens bedenken… Fellows had de pech dat hij eerst het boek zelf moest schrijven voordat hij het kon lezen. Nouja, pech: de Australiër geeft toe dat hij gewoon een beetje dom is geweest. Het is dus geen verzoek om medelijden, wel een gruwelijk boek over “Bangkok Hilton”.
Tony Wheeler (editor) – Lonely Planet Unpacked Dat belooft wat: rampreisverhalen door schrijvers van de Lonely Planet reisgidsen. De meeste verhalen zijn echter van het type waarvan iedere reiziger er wel een paar in z’n bagage heeft zitten: van het kastje naar de muur gestuurd worden, je tas in de bus laten liggen, je auto in een sloot rijden – dat soort miniatuurrampen. Een enkeling onder deze professionele backpackers raden wij aan om eens een reisgids te raadplegen voor hij op stap gaat. Aardig boekje om de tijd te doden tijdens een lange busreis, maar meer ook niet.
Hans Vogel – Geschiedenis van Latijns-Amerika Goed boek.
Isabel Allende – The House of the Spirits Geeft een aardig beeld van de sociale verhoudingen in een typisch Zuid-Amerikaanse maatschappij. Toch denk ik dat het hebben van twee X-chromosomen een noodzakelijke voorwaarde is om een boek van Allende met genoegen uit te lezen. (Waarschijnlijk is het ook een voldoende voorwaarde. Je komt de boeken van Allende op zoveel plekken tegen dat zo ongeveer de halve wereldbevolking ze wel moet lezen.)
Bruce Chatwin – In Patagonia Dit boek zou de grenzen van het reisschrijven hebben opgerekt: Bruce heeft namelijk de helft van wat erin staat uit zijn duim gezogen. Daardoor is In Patagonië in Patagonië niet per se een populair boek. Daarbuiten is het wel heel populair. De reden daarvan ontgaat mij.
Paul Theroux – The Patagonia Express Verslag van zijn treinreis van Boston naar het Argentijnse Esquel (alleen het laatste stukje gaat dus over Patagonië). Leuke, herkenbare anekdotes. Theroux is wel een beetje een ijdeltuit als hij over zijn eigen leven schrijft. Het is hoog tijd dat Bill Bryson een keer naar Zuid-Amerika gaat.