Blog reisfotografie

Landschapsfotografie

Door Ellen Wissink
Wizzinc fotografeert – www.wizzinc.nl

December is normaal gezien de maand waarin ik onze reizen voor het nieuwe jaar aan het voorbereiden ben. Mijn gedachten dwalen dan onherroepelijk af naar alle locaties waar ik dolgraag foto’s zou willen maken. Ik mijmer over lege ruimtes met weidse landschappen en mijn gedachten gaan naar spectaculaire uitzichten vanaf hoge bergtoppen. Het is niet te stoppen, in mijn hoofd plan ik van allerlei reizen waarvan ik helemaal nog niet weet wanneer ik ze kan gaan maken. Het voorbereiden van onze reizen geeft me altijd heel veel voldoening en voorpret.

Als je net als ik een warme plek in je hart hebt voor landschapsfotografie, dan weet je dat een groot deel van de reisvoorbereidingen gaat over het vinden van de juiste plaatsen om te gaan fotograferen. Dat vergt vele uren zeer aangenaam uitzoekwerk. Google maps doorspitten, fotografiesites afspeuren naar unieke locaties en reisblogs van andere reizigers afspeuren naar tips. Het vinden van een reisbestemming gaat bij mij veelal niet over of er ‘genoeg te doen is voor de kinderen’ of ‘dat er voldoende barretjes en restaurants’ zijn. Integendeel, de afwezigheid van die dingen maakt de kans juist groter op een onbelemmerd uitzicht. Veiligheid is hierbij altijd een dilemma. Wanneer wordt afgelegen te onherbergzaam? En hoeveel sneeuw is te veel sneeuw om met je eigen auto doorheen te ploeteren? Ofwel, wanneer wordt de drang naar weidsheid te risicovol?  We zijn tenslotte geen survival experts, en kunnen onszelf niet zoals MacGyver uit een benarde situatie redden met een wasknijper en een stukje ijzerdraad. Soms zijn mijn plannen te wild, en moet ik mezelf een beetje bijsturen.

Voor het fotograferen van landschappen zijn er een aantal algemeen bekende basisregels waar ik me meestal globaal wel aan houd. Zo heb ik een goede full frame camera, met daarop een aantal mooie lenzen, waaronder een telelens en een mooi groothoekobjectief van goede kwaliteit. Met die laatste kan ik de hele omgeving goed en weids vangen. Daarnaast zorg ik voor goed draagbare en waterdichte spullen, opgeladen batterijen en een lege geheugenkaart. Iets wat ik echter bijna nooit gebruik van maak is een statief. De landschapsfotografen onder ons die dit lezen houden nu waarschijnlijk geschokt hun adem in. Geen statief?! Jazeker, dat vind ik namelijk gewoon echt te veel gedoe. Ik ben geen fotograaf die een half uur gaat doen over een enkele foto, prutsend met grijsfilters en ellenlange sluitertijden. Dat kan ik ook echt wel vergeten. Mijn gezin staat na 1 minuut al achter mij te trappelen van ongeduld om verder te gaan:
“Mam, het duurt te lang, loop nou eens door! MAHAM!!”
“De foto is nu wel gemaakt, Ellen. Kappen nou!”

Wat voor landschappen ben ik nou naar op zoek? Ten eerste ga ik graag naar landen en plaatsen waar het weer zo wisselvallig mogelijk is. Dat klinkt misschien gek, de meeste mensen zoeken toch liever plaatsen met een hoge zongarantie. Grillige weersomstandigheden geven echter vaak veel meer spanning in de foto’s dan alleen maar zon en strakblauwe lucht. Zonnig weer is zo eendimensionaal, het wordt eigenlijk pas interessant als de elementen wat aan je foto gaan toevoegen. Wolken, wind en regenbuien zorgen voor afwisseling en geven vaak heel mooi licht. Niks is fijner dan een prachtig landschap waar een vette regenbui overheen trekt. En dan met als extraatje een paar zonnestralen en een regenboog erbij.

Ik vind het een sport om zo weinig mogelijk op de foto te zetten – less is more. Dat is best een uitdaging, maar het is heel bevredigend als er eigenlijk niet zo veel op een foto staat, en je er toch steeds maar naar wilt blijven kijken. Een wolk, een paar lijnen in het landschap en wat een onderwerp – meer heb je vaak niet nodig.

Waar ik ook altijd naar op zoek ben zijn bergen en water, en dan bij voorkeur vlak naast elkaar. Rotsen die recht uit het water honderden meters de lucht in gaan. Reflecties van rotsen in water. En steile afgronden, waar ik dan het liefst van bovenaf naar kan kijken. Maar dat laatste betekent vaak wel dat ik zelf lopend hoogtemeters zal moeten gaan maken, en dat staat garant voor spierpijn en afzien!

Tot slot, ik ben altijd aan het speuren naar locaties waar je ver de snelweg af kan rijden. Plaatsen waar vervolgens de tweebaanswegen en verharde wegen ook ophouden. Dan weet je dat je de uitzichten veelal voor jezelf alleen gaat hebben. Daarom houd ik ook zo van het noorden van Schotland en Noorwegen en van IJsland. Het liefst hobbel ik met onze oude rammelbak over onverharde, kleine weggetjes met onoverzichtelijke bochten en plaatsen die aanvoelen als het einde van de wereld. Lekker afgelegen en eenzaam.